Zomaar een rondje lopen in het park achter ons huis. De korte versie want we krijgen eters voor een lunch. Om zeker te zijn dat de gasten niet voor een gesloten deur zouden staan loop ik wat sneller dan anders. In die versnelling valt alsnog mijn oog op een jongen op een bankje, links van mijn pad. Als ik mijn hoofd naar hem draai voel ik de pijn in zijn hart. Ik spoor mezelf aan om weg te kijken en toch rechtsaf te slaan.Maar mijn geweten praat met mij, omdraaien en aankijken Hommel. Wegkijken is niet de bedoeling. Een nieuwe verbinding maken wel.
Verbinding
Bewust draai ik me om, loop in de richting van de jongeman en vraag of het wel goed met hem gaat. Ik vertel hem dat ik merkte dat hij er verdrietig bij zat. Dat klopt mevrouw, ik heb de boel verkloot voor vandaag. Ik heb het nu echt verprutst. Op de vraag of hij het fijn vindt dat ik even naast hem kom zitten krijg ik een heldere, ja. Wat is het ergste dat je hebt verkloot, vraag ik hem. Nou ik had vanochtend de wekker gezet en was echt van plan om naar mijn stageplek te gaan en ik heb me toch afgemeld. Dat doe ik al minstens 3 maanden. Nu heb ik mijn ouders en mijn school en mijn stageadres boos gemaakt. Ik ben een echte afhaker.
Patroon
Ik feliciteer hem en zeg dat hij dan nu vast zijn diploma afhaken heeft gehaald op de aardeschool. Dan vraag ik hem of hij zin heeft om nu de klas in te gaan die gaat over aanhaken. Daar moet hij een beetje om lachen. Ik vertel hem dat ik veel ouder ben dan hij en dat ik ook van alles heb verkloot in mijn leven. Dat ik daarvan heb begrepen dat dat ook belangrijke lessen zijn. Dat het ook vraagt om jezelf te leren vergeven. Dat hij dan als hij het echt zat is nu kan kiezen voor wat anders.
Hij is wat rustiger. Dan vraag ik hem het hoeveelste kind hij is thuis, en sinds wanneer dat afhaken is begonnen. Hij zegt meteen: dat het afhaken begin bij de dood van zijn oma in 2019. Net voor de Corona shit begon. En dat Corona zo lang duurt dat hij is afgehaakt op alles. Ik vraag hem of die oma de moeder van zijn moeder was dat klopte. Hij spreekt uit dat hij zoveel van zijn oma hield dat hij eigenlijk niet kan leven zonder haar. Hij begint onbedaarlijk te huilen.
Vasthouden
Ik vraag of ik en arm om hem heen mag slaan en dat mag. We zitten samen op dat bankje en ik leg hem uit dat je soms zoveel van iemand houdt dat je stiekem mee dood gaat als die ander er niet meer is. Maar vraag hem wat zijn oma zou willen als ze nog even bij hem was. Hij zegt dat ze zou willen dat hij door zou gaan. Ik vertel hem over zielen, en over een kaarsje branden bij haar foto. Dat ik ben opgeleid om mensen te begeleiden bij dit soort vraagstukken die zoveel pijn doen dat ze niet verder kunnen met hun leven.
Dat ik eigenlijk weinig tijd heb maar wel voor hem iets zou willen en kunnen betekenen. Op de vraag of hij hulp wil geeft hij meteen een dikke, ja. Ik voel dat hij rustiger is en geef aan wat mijn naam is en mijn website. Of hij morgen tijd heeft om met me te werken aan wat hij nodig heeft. We spreken af dat hij de volgende dag bij me komt op mijn kantoor aan huis.
Lesje aanhaken
Ik geef aan dat als hij morgen nog een les afhaken neemt dat hij dan wel netjes af moet appen. Als hij een lesje aanhaken wil dat hij welkom is. Zonder rekening of gedoetjes. Als hij zijn moeder mee wil nemen is dat ook goed. Ik spreek uit dat ik voel in mijn hart dat ik blij ben dat ik toch even naast hem ben gaan zitten. Hij zegt dat hij dat ook fijn vindt. Misschien tot morgen?
Zaterdag half 3.
Ik krijg een appje dat hij niet komt, niet omdat hij afhaakt, maar omdat hij het nog graag een keer alleen gaat proberen om hier uit te komen. Als het niet lukt weet hij me zeker te vinden. “En nog heel erg bedankt dat u bij me op het bankje bent komen zitten.”
Een jongen naar mijn hart.